Ze meldt het besluit in een Brief aan de Tweede Kamer die ook namens Staatssecretaris van Financiën Menno Snel is geschreven.
Het voormalige kabinet nam het besluit om de directe financiering te ontwikkelen omdat het huidige systeem tot veel terugvorderingen of nabetalingen leidt. Maar liefst 80 procent van de ouders krijgt hiermee te maken. Er was toen nog geen sprake van verbeteringen bij de Belastingdienst, maar dit is veranderd. Staatssecretaris Van Ark oordeelt dat de Belastingdienst inmiddels meer grip op de processen heeft gekregen en stabiliteit gebracht in de uitvoering van de kinderopvangtoeslag.
Het was dan ook de Belastingdienst zelf die onlangs een verbetervoorstel heeft gedaan, gericht op het terugdringen van de terugvorderingen bij alle ouders. Er komt bijzondere aandacht voor de zeer hoge terugvorderingen en er moet maatwerk komen voor ouders die een verhoogd risico lopen op terugvorderingen. De concrete voorstellen van de Belastingdienst houden in:
Staatssecretaris Van Ark denkt dat met deze aanpak al op korte termijn goede resultaten worden bereikt. Zij maakt zich nog wel zorgen om het feit dat ouders nog altijd te maken krijgen met een definitieve vaststelling aan het einde van het jaar waardoor zij alsnog nabetalingen moeten gaan doen of te maken krijgen met terugvorderingen. Maar ook hiervoor heeft de Belastingdienst verbetervoorstellen gedaan die volgens Van Ark nader verkend moeten worden.
Volgens Van Ark stond het kabinet voor de keuze een grote stelselwijziging door te voeren met een groter oplossend vermogen, maar wel één met risico’s of veranderingen binnen de Belastingdienst door te voeren die risico’s van beperktere omvang met zich meebrengen. Van Ark denkt dat beide keuzes ervoor zorgen dat het aantal hoge terugvorderingen afneemt. Maar zij heeft vooral ook gekeken naar de risico’s. Hoewel zij zegt onder de indruk te zijn van de manier waarop DUO, samen met veldpartijen, bezig was een nieuw financieringssysteem te ontwikkelen, vindt zij dit traject ook risicovol. ‘Voor een zorgvuldige overgang moet de gehele keten gereed zijn. De overgang naar een nieuwe financiering vraagt veel van kinderopvangorganisaties, ook door de benodigde aanpassingen in hun administratie en automatisering.’
Onderaan de streep komt de staatssecretaris toch uit op het verbeteren van het huidige stelsel van de kinderopvangtoeslag. De bedoeling is dat met deze nieuwe aanpak met kinderopvangtoeslag ervaring op te doen zodat in de toekomst ook andere toeslagen op deze manier toegepast kunnen worden. Om ouders zoveel mogelijk zekerheid te geven over de toeslag die zij terugkrijgen, verkent Van Ark samen met de staatssecretaris van Financiën de mogelijkheid om gebruik te maken van een vastgesteld inkomen (t-2) voor de kinderopvangtoeslag. Ook kijkt ze naar het bijbehorende vangnet en het eventuele introduceren van een gedeeltelijk voorschot.
Tot nu toe heeft de ontwikkeling van een nieuw financieringsstelsel door DUO ongeveer 20 miljoen euro gekost. Het afbouwen van de programmaorganisatie gaat ook nog geld kosten. ‘Maar’, legt Van Ark uit ‘zowel de reeds gemaakte kosten als de afbouwkosten zijn onderdeel van de begroting van het ministerie van SZW. ‘ Verder zou het verbetertraject bij de Belastingdienst bekostigd kunnen worden met de meevallers die voortkomen uit het feit dat er minder terugvorderingen (en dus minder werkzaamheden) zijn.
De Staatssecretaris wil nog in deze kabinetsperiode de problemen rondom de kinderopvangtoeslag aanpakken. Bij de Belastingdienst krijgt de nieuwe werkwijze prioriteit. ‘Er wordt projectmatig gewerkt met een stuurgroep op DGniveau en een werkgroep waarin Belastingdienst en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid nauw samenwerken om de verbetermaatregelen binnen het met elkaar afgesproken tijdpad te realiseren’, aldus Van Ark. Zij benadrukt dat vertegenwoordigers van ouders en ondernemers in de kinderopvangsector betrokken moeten worden bij de nieuwe werkwijze.
Het plan is dat de nieuwe werkwijze van de Belastingdienst in 2020 is gerealiseerd. DUO is verzocht om de voorbereidingen te stoppen en de behaalde resultaten goed te documenteren. De kennis en ervaring van DUO wordt aan de Belastingdienst overgedragen.